Waarom de BERK kleine blaadjes en een witte stam heeft (074)

Een meisje liep met haar oma door het open land. Oma vertelde haar vaak verhaaltjes over de  wonderen van de natuur. Samen keken ze naar een berk. Verwonderd vroeg het meisje: “Waarom heeft die boom zo’n mooie witte bast en waarom heeft hij van de kleine blaadjes?” En oma antwoordde: “Lieve kind, dat zijn wel twee verhalen, luister.” En het kind was een en al oor:

Planten en dieren kunnen niet praten. We denken altijd dat ze alles maar goed en prima vinden en dat ze altijd gelukkig zijn. Maar dat is niet zo. Lang niet alle planten en dieren zijn tevreden over hun uiterlijk. De berk mopperde eens over haar kleine blaadjes. Liever had ze van die grote bladeren zoals de paardenkastanje of de esdoorn. Een fee die het gemopper hoorde, ging op een van de takken zitten en vroeg wat er aan de hand  was. “Ik heb van die kleine gele blaadjes. Ik wil graag grote gouden bladeren die glimmen in de zon, bladeren waar iedereen vol bewondering naar kijkt.”
“OK,” zei de fee, “als dat is wat je wilt, dan krijg je ze.” De berk met de gouden bladeren was heel gelukkig.
Een paar maanden later vloog de fee langs een kale berk. “Wat is er aan de hand, waar zijn je gouden bladeren?” vroeg ze.
“De mensen vonden mijn gouden bladeren zo mooi, dat ze me helemaal kaal hebben geplukt,” pruilde de berk.
“Dat is naar” zei de fee, “wat wil je nu?”
En de boom antwoordde: “Ik wil graag grote glazen bladeren. Glazen bladeren die tingelen in de wind en tintelen in het zonlicht.”
“OK,” zei de fee, “als dat is wat je wilt, dan krijg je ze.”
De berk met de glazen bladeren was heel gelukkig.
Een paar maanden later vloog de fee langs een kale berk. “Wat is er aan de hand, waar zijn je glazen bladeren?” vroeg ze.
“In een hagelbui zijn al mijn glazen bladeren kapot gebeukt,” pruilde de berk.
“Dat is naar” zei de fee, “wat wil je nu?”
En de boom antwoordde: “Ik wil graag mijn kleine blaadjes terug. Niemand steelt ze, een hagelbui en een storm weerstaan ze. Ja, mag ik mijn eigen blaadjes terug?“
“OK,” zei de fee, “als dat is wat je wilt, dan krijg je ze.”
En de boom was geheel gelukkig. Trots op haar kleine blaadjes, die lispelden in de wind. Trots dat het zonlicht zo mooi speelde met de tere groene blaadjes in de lente en de zacht GOUDgele blaadjes in de herfst.

“Maar oma, waarom heeft een berk zo’n mooie witte stam?”
“Ja, kind, dat is een ander verhaal, luister,” en oma vertelde:
Heel lang geleden. toen de berk haar kleine blaadjes weer terug had, stond ze in de tuin van Job. Job was niet alleen een rijk man, maar ook een eerlijk mens. Hij leefde helemaal volgens de wetten van zijn joodse geloof.  God was daarom heel trots op hem. Op een dag zei de duivel tegen God “Tsja, het is voor Job niet moeilijk om goed en eerlijk te zijn. Hij heeft alles wat zijn hartje begeerd. Let maar eens op, als hij arm en lelijk is, dan is hij vast geen goed en eerlijk mens meer.”

God gaf de duivel toestemming om Job te testen. Hij wilde wel eens zien of hij bij ziekte en armoede ook oprecht zou zijn. De duivel zorgde er voor dat hij zijn rijkdom verloor. Door puisten en zweren leed hij altijd pijn en hij zag er afschuwelijk uit. Lang was hij arm, eenzaam en ziek, maar nog steeds bleef hij een eerlijk en goed mens. Op een dag zei God tegen Job dat het genoeg was en dat hij weer normaal zou kunnen leven. Job was zo blij dat hij naar zijn vrouw rende om het goede nieuws te vertellen. Zij kwam net op dat moment met een kan gekookte melk naar buiten en ze botsten tegen elkaar. De kan gekookte melk vloog uit haar handen en kletterde tegen de berk op de binnenplaats. Vanaf die dag heeft de berk een melkwitte bast. En omdat de melk net gekookt was, zie JE dat dat de boom nog steeds vervelt.”

Berken hebben de kenmerkende horizontaal afbladderende bast. Deze bast verteert nauwelijks, terwijl het hout van een dode berk heel snel vergaat. Let maar eens op dood hout in het bos. Bij een berk is vaak de buitenkant nog in tact, terwijl de binnenkant vermolmd of verdwenen is.
Alleen op zieke of verzwakte berken groeit de berkenzwam en deze is een zekere voorbode van het naderende einde. Dode, opgedroogde berkenzwammen zijn zeer hard.
De rode paddenstoel met witte stippen, de vliegenzwam, groeit vaak vlak bij berken.
De ‘heksenbezems’ in berken worden veroorzaakt door een schimmel, maar zijn nauwelijks schadelijk voor de boom.

Er is op deze site ook een sprookje over de heksenbezems!

© Els Baars, Natuurverhalen.nl

 

 

 

Post Author
Els Baars
Natuurverhalen