Heb je wel eens goed gekeken naar de staart van een haas? Veel mensen denken dat de haas helemaal geen staart heeft, maar dat klopt niet. De hazenstaart is nu kort en dun, maar haas vroeger had hij een prachtige lange staart. De vos bezat toen een kort staartje. Hoe dat zo is veranderd, verhaalt deze oude vertelling:
In de ochtendzon lag de grote haas rustig in het hoge gras uit te buiken, zijn pluimstaart om zich heen gekruld. Wat smaakten de klaverblaadjes en de paardenbloemen heerlijk. Plotseling stak hij zijn lange zwarte oren omhoog,. Hij sidderde van angst en legde zijn oren plat op zijn rug. De angstige haas drukte zich tegen de grond in de hoop dat zijn schutkleuren zich bewezen. Bevend zag hij even later met zijn grote ogen zijn kwelgeest naderen.
De vos liep naar de haas en zei: “Jij hebt het zo makkelijk, jij kunt rustig je buik vol eten. Kruiden hebben geen pootjes, maar ik, ik moet hard werken voor mijn eten. Mijn eten heeft pootjes en rent weg of verstopt zich. Tja, het leven is hard voor vossen” en hij zuchtte. Na een een lange stilte vervolgde de vos: “We doen een wedstrijd. Jij mag met me vechten en wie wint krijgt eeuwige roem. Wie verliest is een sukkel en zal voor altijd worden opgejaagd. En als jij, luie haas, verliest, zal je voor altijd mijn eigendom zijn, ook als ik honger heb” en hij likte met zijn tong over zijn snuit.
De bange haas had geen keuze. Hij vocht met de vos en ging kansloos ten onder. De vos keek neer op de haas en zei minachtend: “Zo’n mooie lange staart past een verliezer niet, haas” en hij beet in een keer de pluimstaart af. Die plakte hij aan het uiteinde van zijn eigen staartje vast. Tevreden bekeek hij zijn nieuwe mooie lange staart.
Slim maakte de haas gebruik van de onoplettendheid van de ijdele vos en koos het hazenpad. Te laat had de vos dit door en riep hem na: “Wie de staart van een ander bezit, heeft ook recht op wat er aangehangen heeft!” En hij sprintte achter de haas aan. Maar die liep harder.
Sinds die dag zijn de vos en de haas gezworen vijanden. De haas heeft nog steeds een afgebeten kort staartje en de vos flaneert trots met zijn lange rode pluimstaart.
Hazen worden vaak verward met konijn. De haas is een stuk groter, heeft langere oren en achterpoten. Hij slaapt in een ‘leger’ ergens tussen het gras waar ook jongen worden geboren.( Konijnen leven in holen) ‘s Nachts is de haas actief. Zijn gehoor en de reuk zijn zeer sterk ontwikkeld en met zijn grote ogen ziet hij 360º om zich heen. Dat heeft hij allemaal hard nodig als prooidier. Slapen is gevaarlijk en daarom heeft hij ‘hazenslaapjes’ van slechts enkele minuten achtereen. Om te vluchten kan hij heel hard rennen met een topsnelheid van wel 75 km/u en kan dan sprongen maken van bijna 3,5 meter ver en 1,5 m hoog. In de paartijd, de ‘rammeltijd’, van februari tot april zie je ze ook overdag veel achter elkaar aanrennen in de weilanden. De jongen verlaten al na enkel uren het nest en leven alleen verder, slechts af en toe gezoogd door de moeder.
De haas wordt o.a. bejaagd door de vos, een van de grootste roofdieren van de Lage Landen. Hij eet alles, net als de mensen, van bessen tot vlees. Hun aantal neemt gestaag toe. Vaak zie je hem in de schemering scharrelen. De vos mijdt de mensen, die op hem jagen. Daarom is hij van dagdier een nachtdier geworden. De staart van de vos meet meer dan de helft van de lichaamslengte! Als het moet is zijn topsnelheid 60 km/u. Ze leven in groepjes, een mannetje, rekel, met een vijftal vrouwtjes, moeren. Ze leven in holen, die ze zelf graven of van een konijn overnemen en waar hun jongen geboren worden die wekenlang afhankelijk van hun moeder zijn.