Waarom de herfsttijloos in de herfst bloeit (036)

Weinig planten bloeien laat in de herfst. Uitzondering is de naakt bloeiende herfsttijloos, die lijkt op een kale krokus. Het is een bijzonder knolgewas. De meeste planten en bomen laten liever hun fraaie bloemen in voorjaar en zomer zien. De tijloos was niet anders. Maar ze viel niet op in alle kleurenpracht. Lees hoe de herfst en de tijloos met een unieke oplossing en goede samenwerking, wederzijds voordeel kregen.

Iedereen denkt altijd dat alle planten, dieren en seizoenen kant en klaar op de wereld kwamen. Dat is niet zo. Naakt op aarde gekomen mochten ze hun nieuwe uiterlijk kiezen. De keuze was groot. Er lagen stapels veren, huiden, kleuren, poten, oren, monden, snuiten, snavels en staarten. De pauw was de eerste en pakte de grootste veren, de prachtigste kleuren en zelfs een deftige kroon. De iris nam alle echte kleuren van de regenboog. En toen alle planten en dieren hun uiterlijk bij elkaar hadden gescharreld waren de stapels verdwenen. Voor de regen, de sneeuw, de winden en de seizoenen was niets meer. Alles was op. Daar waren de winden boos om en zo ontstonden de stormen. De sneeuw kreeg met veel moeite nog de witte kleur van het sneeuwklokje. Maar voor de seizoenen was alles op. Toen zij hun beklag deden bij God bood Hij hen aan dat ze mochten kiezen wat in hun seizoen paste. De lente en zomer waren het eerst en kozen de warmte van de zon, de lange lichte dagen, de liefde en de geboorte en de meeste bloemen. De winter koos de kou, de kaalheid, de kilte en de donkere dagen. En voor het najaar was weinig over.
Op een dag zat de herfst somber op een steen te mokken: “Ik ben boter noch vis, ik heb van alles een beetje, maar niet echt iets speciaals”.
O wat wat voelde hij zich zielig. Vlak naast de steen waar de herfst zat te pruilen, bloeide de tijloos met haar lila kelken. Zij hoorde de verdrietige woorden. Zachtjes zei ze: “Herfst, herfst, luister! Ik heb een plan. Ik ben ook niet gelukkig. Misschien kunnen we elkaar helpen. In de  bonte kleurenpracht van het voorjaar val ik als kleine bloem helemaal niet op. Ik zou willen opvallen als de bijzondere roos, of ‘s nachts bloeien zoals de geurige teunisbloem, of als een van de eerste willen bloeien zoals de sleedoorn, of zo bedwelmend ruiken als de meidoorn. Maar ik heb niets van dat alles. Ik val niet op. Maar weet je, ik kan misschien wel als laatste bloeien, bij jou, in het najaar. Als bijna alles verdord is, zullen de mensen opfleuren als ze mijn bloemen zien. En weet je herfst, dan heb jij ook een mooie blije bloem in je seizoen. Vind je dit een goed plan?”
De sombere herfst keek verrast op, maar zag direct beren op de weg. Zuchtend zei  hij. “Goed idee, tijloos, maar in de winter bevriezen je vruchten, dat wil ik je niet aandoen.”
“Dat zullen we nog wel eens zien, herfst,” antwoordde ze, “problemen zijn er om opgelost te worden. Ik weet zeker dat er in mijn droom een oplossing komt. Wil je morgen terugkomen?”
De volgende dag had ze een heel bijzondere oplossing voor de herfst: “Ik bloei bij jou in de herfst, in de winter rust ik onder de grond uit en in de lente groeien mijn bladeren en zaden. Dat is gunstig voor me, want de hongerige dieren zullen ‘s winters mijn vruchten niet opeten. En zo zijn we beide gelukkig. Ik omdat ik opval in het najaar en jij hebt een mooie bloem in je seizoen.” 
De herfst keek blij. Dat was voor het eerst in lange tijd.

Eigenlijk heeft de herfsttijloos, de Cólchicum autumnále, de bloei vervroegd. In de herfst steekt alleen haar bloem boven de grond uit, die wel lijkt op een krokus. De grove, tulpachtige bladeren met in het hart een vruchtdoos met zaden, komen pas in de lente. De plant heeft onder de grond een vleesachtige knol. De zaden en de bladeren zijn giftig. De inheemse herfsttijloos is vrij zeldzaam en heeft als noordelijke grens Limburg en Vlaanderen. De gecultiveerde herfsttijloos is populair als tuinplant.

 

© Els Baars, Natuurverhalen.nl

 

Post Author
Els Baars
Natuurverhalen