Hoe de verliefde god van de haargroei in het water belandde, waterlelie en wieren (067)

De waterlelie is een betoverd mooie bloem. Wist u dat de waterlelie vroeger een nimf was die veel mannen verleidde? Ook Nitella, de god van de haargroei, raakte in haar ban. Dat liep niet goed af, luister maar:

In lang vervlogen dagen zwierven er vele goden en halfgoden op de aarde rond. Nitella was  de god van de haargroei, de god tot wie kalende mannen hun toevlucht zochten. Zijn hoofd was bedekt met een enorme bos haar, zijn borst getooid met donkere krullen en zijn kin met een lange baard. Zijn lange haren golfden in de wind.
Alba, een verleidelijke witte nimf met golvende goudgele haren, lag aan de oever van een meer en keek in de smachtende ogen van de verliefde god. Ze fluisterde in het oor van Nitella: “Je gespierde lichaam is zo prachtig, ik zou je lief kunnen hebben, maar jammer dat je overal van die lange haren hebt. Ik raak verstrikt in je lange natte haren, die alle kanten uit waaieren als ik met je zwem. Ik zal je geliefde worden als je je haren afknipt.”

Nitella was hopeloos verliefd en in de war, wat moest hij doen? Wat is een god van de haargroei zonder haren? Dat was onmogelijk en hij wist dat het niet zonder gevolgen zou blijven in de godenwereld. Maar zijn verliefdheid won het van zijn gezonde verstand. Hij knipte al zijn haren af en gooide die in het meer. Grote bossen haar zakten naar beneden.
Toen Alba en Nitella elkaar daarna zwemmend in het meer omhelsden, bulderde plotseling de oppergod: “Idioot, je gooit je grootste gave weg voor een verliefdheid. Je bent het niet waard een god te zijn! Vanaf heden zal je kaal zijn en je verstrikken in de haren die je nu hebt weggegooid. En Nimf, je hebt weer een man verleidt tot onzalige daden. Dat zal nooit meer gebeuren. Daarom leef je voortaan als een waterbloem!” En met een enorme windvlaag verdween de oppergod, de geliefden verbijsterd achterlatend.

Binnen een uur veranderde Alba in een waterplant en Nitella zwom kaal en naakt te midden van zijn lange haren, die groeiden en groeiden en vermenigvuldigden zich tot op de dag van vandaag. Je vindt ze in zout en zoet water en worden wieren genoemd. Heel soms zie je de verwarde god boven het water uitkijken, overwoekerd door lange slierten wieren. De witte nimf leeft voort als Nimphe alba geheten. ‘s Zomers betoveren  haar witte bloemen met een goudgeel hart menige sloot en meer. Als je naar de grote drijvende bladeren kijkt vind je nog een restje van haar verleidingskunsten terug: haar grote bladeren zijn hartvormig. En het schijnt dat je op moet passen om te gaan zwemmen in water waar waterlelies bloeien….

De waterlelie groeit in voedselrijk, vrijwel stilstaand water. Ze kunnen wortelen tot een diepte van  drie meter. De bladeren zijn onder water bruin en geven zuurstof af, als ze gaan drijven worden ze groen en hebben zuurstofmondjes aan de bovenkant van het blad. Via kanalen in de stelen wordt zuurstof naar beneden vervoerd. De bloemen bloeien enkele dagen en openen zich alleen als de zon schijnt.

Wieren zijn er in diverse soorten.. In zoet water: kranswier (Nitella flexilis), spiraalwier (Spirogyra), flap (Zygnema) en darmwier (Enteromorpha). Wieren zijn belangrijk voor veel kleine waterdieren en dienen als kraamkamer voor vissen en amfibieën. De lange slierten produceren zuurstof, maar door voedselrijk water kunnen ze gaan woekeren en planten en dieren verstikken. Het meest bekende zeewier is het blaasjeswier (Fucus vesiculosus). U vindt de groenbruine blazen  vaak op het strand.

 

© Els Baars, Natuurverhalen.nl

Post Author
Els Baars
Natuurverhalen