De naam ‘aster’ is van Griekse origine en betekent “ster”. Dat is goed terug te zien in de bloem: het gele hart lijkt een stralende ster en wordt omringd door fijne paarse bloemblaadjes, de ‘straalbloemen’. Je moet er met andere ogen naar kijken, maar dan zie je het: Asters zijn net stralende sterren.
Als hij alle kogels en valkuilen zou ontwijken, en de vijanden uitschakelen, dan zou hij de Grote Bevrijder worden.
“Zit niet altijd achter die computer, ga buiten spelen,” riep zijn moeder, “zit niet altijd je tijd te verdoen!”
Onverstoorbaar speelde Ast verder, als hij niets terug zei, liet zijn moeder hem uiteindelijk wel met rust. Maar van binnen kookte hij: ‘Ze begrijpt er niets van, en pa ook niet. Ze zouden trots op me moeten zijn. Ik hoor bij de beste van de wereld in deze game. Ik ben een van de belangrijkste figuren en ik word alleen maar sterker. Dat doet bijna niemand me na. Waarom willen ze het niet eens proberen te snappen? Ze vinden me lui en stom, maar ik kan me juist langer concentreren dan een ander, en ik ben slimmer dan de meeste, anders kom je niet zo ver.’
Hij zuchtte, speelde verder en vergat alles om hem heen. ‘s Avonds speelde hij stiekem door. ‘Ik voel me uitgeput, maar als ik nog even doorga dan vind ik vandaag de oplossing voor deze hindernis.’
Ast zag zijn figuur voor het grote huis aan de zee staan. Hij wist dat sterren een sleutelrol zouden spelen bij de eindstrijd om de macht. Maar waar moest hij op letten? Waren ze allemaal belangrijk of maar eentje? Hij piekerde en overwoog alle mogelijkheden. Ast viel achter zijn lap top in slaap. Hij droomde dat hij langs de kust struinde. Terwijl hij door bossen lila bloemen liep, voelde hij de natte mist op zijn gezicht en armen. Die bloemen trokken zijn aandacht. Hij zakte door zijn knieën en bekeek ze goed. Ja het leek net of de gele harten met de fijne lila bloemblaadjes, stralende sterren waren. Met een schok werd hij wakker. Hij wist het! De sterren straalden niet aan de hemel, maar straalden in de bloemen. Daar lag de oplossing.!
Tevreden stapte Ast de volgende ochtend op zijn fiets naar school. Toen viel hem pas op dat de bloemen uit zijn droom ook in hun tuin bloeiden. Hij kende de naam, want die leek op de zijne, ja asters waren net stralende sterren.
In Nederland en België groeit één soort aster in het wild, de Zeeaster, ook wel Zulte genoemd (Áster tripólium). Hij gedijt, zoals de naam al zegt, het best in de buurt van de zee, maar is ook langs de grote rivieren te vinden. Het is een bijzondere plant die leeft in zout of brak water, maar alleen kan ontkiemen als het zoute water in het voorjaar door regens voldoende zoet water bevat. Hij bloeit in de nazomer en herfst. De jonge, zoute blaadjes worden als lekkernij gegeten en die worden ten onrechte Lamsoor genoemd. De echte Lamsoor (zie foto Zomer op pag XX) zijn oneetbaar. De veredelde en gekweekte asters in onze tuinen stammen af van de Noord-Amerikaanse aster, maar hebben ook het opvallende gele ‘sterrenhart’.
© Els Baars, Natuurverhalen.nl