de BEUK, de eenzame koning (069)

Geniet je ook zo van die indrukwekkende, solitaire beuken die trots en eenzaam midden in het landschap staan? Vaak siert een rode beuk het oudste deel van een kerkhof. Het zijn grote sterke bomen. Is het u wel eens opgevallen dat beuken in een beukenbos flinke afstand tot elkaar bewaren? En dat er onder een beuk niets groeit? Beuken zijn mooie maar eenzame en afstandelijke bomen. Hoe dat zo gekomen is? Lees dit nieuwe sprookje.

Lang, heel lang geleden was er eens een wijze koning. Hij was een echte koning, dat zag je zo. Groot, breed, sterk en hij bezag alles hooghartig op afstand. De koning werd door zijn volk gewaardeerd, al vreesde men hem wel. Hij was rechtvaardig, maar sloeg opstanden hardhandig neer als dat nodig was. Zijn onderdanen noemden hem daarom respectvol ‘de Beuk’.
Op een nacht werd koning Fágus Sylvática, zoals hij officieel heette, in een droom verteld dat hij weldra zou sterven. Toen hij wakker werd wist hij dat dit waar was. De eenzame koning had geen kinderen en vertrouwde zijn dienaren niet. Koningen worden omgeven door baantjesjagers, hielenlikkers en jaknikkers. Koning zijn is geen pretje, het is een eenzaam bestaan.
Wie moest hem opvolgen zodat zijn geliefde volk in voorspoed verder kon leven? Met de dood op de hielen bedacht hij een plan. In zijn hofhouding vielen twee zelfstandige jonge mensen op. De ene was een gespierde jonge ridder en de ander de slimme dochter van zijn tuinman.
“Ik wil kijken wie van jullie de meest geschikte is om mij op te volgen. Degene die de opdracht eerlijk, rechtvaardig en bekwaam uitvoert, zal de nieuwe majesteit van dit land worden,” zo sprak de oude koning tot de twee. “ Ieder van jullie brengt een kar vol groente en graan naar een arm dorp in het oosten van ons land. Zeg hen dat je het voedsel namens de koning brengt. Luister naar hun zorgen  en wens hen volgend jaar een betere oogst toe. Het zijn eenvoudige, maar gulle mensen. Neem van hen slechts één geschenk aan.”

De volgende morgen gaf de jonge ridder de paarden de sporen en reed zelfverzekerd met de volle kar weg. Hij was er van overtuigd dat hij met zijn goede afkomst de nieuwe koning zou worden.
Binnen twee uur zou hij overvallen worden door struikrovers die in naam van de koning handelden. Hoe zou de jonge ridder handelen? Zijn eerlijkheid, betrokkenheid en leiderschap werden op de proef gesteld
De stoere  ridder voelde zich vernederd door de dieven die zonder dat hij zich kon verzetten zijn kar hadden gestolen. Hij besefte dat hij had gefaald en nooit koning zou worden. Hij besloot zich een paar dagen te verstoppen.
Toen hij terugkeerde op het paleis vroeg de koning: “Hoe is het je vergaan, jongeman?”
“O, koning, ik had een voorspoedige reis, de dorpelingen zijn u zeer dankbaar en als dank  geven zij u deze speciale houten fluit cadeau.” De koning keek de jonge ridder in de ogen en zweeg.

De volgende dag vertrok de dochter van de tuinman met een kar naar een ander dorp. Ook zij werd al snel overvallen door de struikrovers. Ze keerde spoorslags terug naar het paleis, vertelde wat er was gebeurd en vroeg de koning een nieuwe kar graan en groente voor de arme dorpelingen èn extra begeleiding om struikrovers op afstand te houden.
Toen was het de koning duidelijk wie de toekomstige vorst zou worden. De dochter van zijn tuinman was niet alleen eerlijk, maar zeer begaan met de noden van het volk. De volgende dag werd ze gekroond. “Lieve koningin,” zo sprak de koning toen ze na alle plechtigheden alleen waren, “Morgen zal ik er niet meer zijn. Jij bent niet alleen eerlijk en rechtvaardig, ik weet ook dat je in wijsheid zult regeren. Je bent echter nog jong en ik zal je helpen. Plant dit nootje op mijn graf en kom met ieder probleem naar de boom die hieruit zal groeien. Luister goed naar de wijze raad van boom.”

Die nacht stierf de koning en de jonge koningin plantte zorgvuldig het ruwe nootje op zijn graf. De volgende dag stond er een boom, die al snel uitgroeide tot een grote, brede en sterke boom met dikke takken en wortels. De eenzame boom torende hoog boven alles uit en bezag hooghartig alles op een afstand. Iedere dag begon de koningin met een gesprek met de boom.  De lange jaren van haar regeerperiode staan nog altijd bekend als de meest voorspoedige en vreedzame in de geschiedenis. Het volk gaf de boom een naam:  ‘Beuk’, naar de wijze koning die in het graf lag onder de grote boom.

Opvallend is dat de beuk , Fágus Sylvática, oppervlakkig wortelt. Dikke wortels liggen deels boven de grond. Hierdoor waaien ze vrij makkelijk om tijdens zware stormen. De boom wordt niet, zoals je zou verwachten, erg oud, meestal zo’n 150 jaar oud en in goede omstandigheden 300 jaar. Een beuk heeft brede zijtakken waardoor de stam in de schaduw staat. Als door het afzagen van een zijtak de stam in volle zonneschijn komt, verbrandt dit de bast waardoor de boom ernstig beschadigd raakt of zelfs doet sterven. Bekijk de hele stam van een vrijstaande beuk eens goed van onder naar boven. Het is geen rechte stam naar de top. De lage zijwaartse, naar beneden gerichte horizontale dikke zijtakken zijn heerlijk om met een heel gezin op te schommelen. Het bladerdek laat weinig licht tot de bodem doordringen. Hierdoor en omdat zijn bladeren zuur zijn, groeit er onder een beuk vrijwel niets.

 

© Els Baars, Natuurverhalen.nl

 

Post Author
Els Baars
Natuurverhalen