De maan heeft een wonderlijke invloed op de mens. Zeker wanneer het volle maan is en zij zich in volle omvang boven de nachtelijke horizon laat zien. Velen raken romantisch en euforisch. Dat is wel eens anders geweest! Vooral toen de maan de mensen een rotstreek had geleverd en ze overgeleverd waren aan de hulp van de snelst vliegende vogel ter wereld. Luister maar naar dit oude Aboriginalsprookje:
In het begin van onze geschiedenis was de maan jaloers op de zon. Zij kon het maar moeilijk verkroppen dat de mensen haar de rug toekeerden. Dat ze gingen slapen als zij tevoorschijn kwam en pas weer tot leven kwamen als de zon zich weer liet zien. Zij wilde dat zijzelf kon schijnen en niet alleen maar zwakjes het licht van een ander weerkaatsen. Dat de mensen haar ook belangrijk zouden vinden.
Aangezien vuur licht geeft, besloot zij het vuur van de mensen te stelen. Zij hing het als een staart achter zich aan en dacht op die manier meer aanzien op aarde te krijgen. De mensen zagen weliswaar dat de maan een lichtende staart had gekregen, maar het kon ze niets schelen. Nee, ze hadden wel iets anders aan hun hoofd: hun vuur was verdwenen. Ze konden zich niet meer warmen en niet meer koken. Hongerig en verkleumd van de kou moesten ze de nachten dicht tegen elkaar aan doorbrengen. Zelfs als ze twee dierenhuiden over elkaar aantrokken lagen ze nog te rillen van de kou!
Wie had hun vuur gestolen? Een paartje slechtvalken wees de maan als schuldige aan. Iedereen des duivels, maar de mensen stonden machteloos.
Toen de slechtvalken vanuit hun boom een tijdje hadden aangezien hoe beroerd de mensen er aan toe waren, kregen ze medelijden en wilden ze hen te hulp schieten. Mevrouw Slechtvalk zei tegen haar man: “Dat is toch hartverscheurend als je dat zo ziet. Het wordt echt tijd dat ze hun vuur weer terugkrijgen. Ik denk dat wij de enige levende wezens zijn die kunnen helpen. Per slot kan niemand sneller vliegen dan wij.”
Meneer Slechtvalk was een man van weinig woorden. Hij dacht een poosje zwijgend en met gesloten ogen na, keek zijn vrouw aan en zei: “De maan is slim en ziet alles. Daarom is het beter te wachten tot zij slaapt achter de horizon. Wij zijn snel, we pakken het vuur vliegensvlug van haar staart en op topsnelheid duiken we terug naar de aarde.”
Daags erna al begonnen ze te oefenen. Het viel de mensen op dat de slechtvalken vaak plotseling vanuit grote hoogte als lichtflitsen naar beneden schoten. Ze vonden het een indrukwekkend schouwspel, maar hadden geen flauw idee wat de vogels in hun schild voerden.
Toen de slechtvalken na veel oefenen vonden dat ze in topconditie waren, vlogen ze op een vroege morgen zo snel ze konden naar de slaapplaats van de maan. In één snelle beweging stalen ze zijn staart. Het vuur brandde aan de snavels waardoor ze tijdens de duikvlucht het vuur van de een naar de ander moesten gooiden. Van grote hoogte lieten ze het vuur in de bossen vallen, die snel vlam vatten. Duizenden bomen stonden in lichterlaaie en verlichtten de vroege morgenlucht. De mensen waren uitgelaten en dansten van blijdschap.
De wakker geschrokken maan probeerde nog de valken te achtervolgen maar wist zich machteloos toen zij de razendsnelle vogels in duikvlucht naar de aarde zag storten.
Toen zij zag dat hele bossen brandden, beval ze de wolken om net zo lang te regenen tot alle vuur was gedoofd. Maar de slechtvalken waren niet alleen snel, slim waren ze ook. Ze hadden de wraak van de maan wel verwacht en hadden stukjes vuur in het binnenste van de bomen gestopt zodat het vuur nooit meer zou verdwijnen.
Weken van stortregens blusten alle bosbranden en vanuit een hoge boom zagen de slechtvalken de mensen treuren over het verlies van het warme vuur. Maar zodra de aarde was opgedroogd leerden ze de mensen vuur maken uit hout door droge boomtakjes snel tegen elkaar te wrijven boven de pluizen van de lisdodde. Sindsdien kunnen de mensen zich weer warmen en kunnen ze hun eten weer koken.
En de maan? De maan is weer een bleke, blauw-gele ronde bol zonder staart die enkel nog het licht van de grote zon weerkaatst. Maar juist door dat bescheiden licht is de maan geliefd geworden bij de mensen. En zeker wanneer de volle maan aan de nachtelijke hemel verschijnt, zie je de mensen glimlachen en dichter tegen elkaar aan kruipen. En dat doen ze heus niet omdat ze het koud hebben…
De Slechtvalk is de snelste vogel ter wereld. In een stootduik haalt hij snelheden van meer dan 300 km per uur. De vogel laat zich dan van grote hoogte naar beneden vallen, pakt in zijn vlucht met zijn poten een vogel en eet die vervolgens op een hoge plek met veel uitzicht op, zoals een hoogspanningsmast of een hoge schoorsteen. Hij heeft een voorkeur voor weidse, open gebieden zoals weiden en heidevelden. Zoals bij alle roofvogels is het vrouwtje met een spanwijdte van 110 cm beduidend groter dan het mannetje met een spanwijdte van ongeveer 90 cm. Hoewel de meeste slechtvalken zo’n 5 jaar worden is er een bekend van 17 jaar. Roofvogels zien tien keer beter als mensen.
Als gevolg van vergiftiging door bestrijdingsmiddelen waren de Slechtvalken in Europa bijna verdwenen. Het aantal broedparen neemt nu snel toe: van 1 paar eind vorige eeuw tot 120 paren in Nederland en 65 in Vlaanderen in 2012.
De maan, en in mindere mate de zon, trekken twee keer per dag het zeewater omhoog. Vloed is de periode dat het water door die aantrekkingskracht stijgt; “hoog water” is de hoogste stand. In Nederland is het hoogteverschil niet zo groot, op Texel zo’n 2 m en bij Vlissingen 4 m, maar in Normandië is dat wel 12 m. Twee keer per maand is het verschil tussen hoog- en laagwater het grootst, wat springtij wordt genoemd. In Nederland en België is dat twee dagen na volle- en nieuwe maan. Als er bij springtij ook nog een noordwesterstorm op de Noordzee woedt, noemen we dat springvloed. Dat gebeurde laatstelijk nog in december 2013. Toen steeg de waterhoogte tot slechts 2 cm onder het niveau van de watersnoodramp van 1953. Dit keer werden enkel grote stukken duin weggeslagen.
Veel mensen denken dat als we geen maan zien dat komt door de schaduw van de aarde, maar bij nieuwe maan staat de maan juist tussen de aarde en de zon en bij vollemaan staat de aarde tussen de zon en de maan.
© Els Baars, Natuurverhalen.nl, vrije bewerking van een oud thema/aboriginalsprookje