Op vochtige, arme gronden kleurt midden in de zomer de bloem van de blauwe knoop de velden paars. Vroeger was het een belangrijk geneeskrachtig kruid, maar dat is verleden tijd. Hoe dat zo gekomen is? Te veel succes! Luister:
Enkele honderden jaren geleden leefde er eens een magere, maar mooie molenaarsdochter. De armoede kon ze moeilijk verdragen. Haar moeder en broer had ze door ontberingen en ziekten moeten begraven. Toen op een dag haar vader ook ten prooi leek te vallen aan een besmettelijke dodelijke ziekte, was ze ten einde raad. “Ik heb er alles voor over om mijn vader beter te maken!” riep ze uit. Op hetzelfde moment dat ze haar gedachte uitsprak verscheen er een duivel. “Je kunt je vader genezen met de sleutel tot de geheime wereld van de geneeskrachtige planten. Ik bied je deze geheime sleutel aan in ruil voor je ziel,” fluisterde de duivel haar in haar oor. Zonder aarzelen nam het meisje de deal aan en spoedig was haar vader met behulp van een geneeskrachtige plant genezen.
Omdat ze alle kennis van de geneeskrachtige kruiden kende riepen andere mensen ook haar hulp in. Al snel werden alle zieken in het dorp beter door haar liefdevolle gebruik van de plantenkennis die ze had gekocht. Toen haar roem tot ver buiten haar dorpsgrenzen steeg en de mensen haar als een heilige begonnen te zien, schrok de duivel, dat was niet de bedoeling! Zonder overleg verbrak hij zijn afspraak met het meisje door haar blind te maken zodat ze geen geneeskrachtige planten meer kon zoeken en bereiden. In die dagen werd blindheid genezen met de wortel van een plantje dat volop voorkwam in de vochtige hooilanden, een grote paars bloeiende plant, de blauwe knoop. Satan beet een stuk van de wortel af om te voorkomen dat het meisje zichzelf genas met de geneeskrachtige stoffen uit de wortel van deze plant. Vanaf die dag heeft de blauwe knoop nooit meer ogen kunnen genezen. Bovendien kromp de bloem tot een bloempje. Gelukkig behield ze wel haar schoonheid, maar sindsdien zijn gewone mensenogen vrijwel onvoldoende om de prachtige bloemen te kunnen bewonderen, daar is nu een loep voor nodig.
Vroeger was de blauwe knoop een veel voorkomende plant in hooilanden. Het aantal is sterk afgenomen doordat het aantal vochtige hooilanden door het lagere grondwaterpeil in landbouwgebieden drastisch daalde. De plant groeit het liefst op schrale, vochtige plaatsen, zoals veengronden en vochtige duinvalleien. De wortelstok is opvallend kort en het lijkt net of er aan de voet een lidteken zit dat volgens deze legende een ‘duivelsbeet’ wordt genoemd. Dat zien we ook terug in de Latijnse naam: Succísa praténsis, waarbij Succísa ‘afgekapt’ betekent en praténsis ’in het veld’. De mooie ronde bloem lijkt op een ouderwetse knoop, vandaar de Nederlandse naam. Waarom hij blauw wordt genoemd? Blauwpaars lijkt passender.
© Els Baars, Natuurverhalen.nl