“Eet je jong”, appels (95)

Van de Hesperiden uit de Griekse Oudheid tot de stiefmoeder van Sneeuwwitje – de appel is één van de belangrijkste vruchten die een rol spelen in mythen, legendes en sprookjes. En altijd in positieve zin. Zou dat komen doordat de appel door zijn vele vitamines een gezondheidsimago heeft? En zou op dat imago de mythe van levenslange jeugd zijn gebaseerd? Hoe dan ook: niet alleen Heracles was op zoek naar de magische appels. Lees maar:

Er was eens een koning die heerste over een bescheiden land. Dat zijn rijk veel kleiner was dan dat van heel wat andere monarchen kon de koning niet deren; per slot was hijzelf ook bescheiden. Hij hield van zijn volk, en zijn volk hield van hem. Hij was benaderbaar, luisterde naar ieders klachten en opmerkingen en had veel goede ideeën. Hij nam tal van initiatieven die ertoe hadden geleid dat “mijn mensen”, zoals hij zijn onderdanen noemde, in welvaart leefden.
De koning was ook een wijs man. Zo vond hij de gewoonte dat de eerstgeboren zoon automatisch kroonprins werd een onzinnige gewoonte. Hij wilde dat het kind – zoon of dochter – dat daartoe het meest geschikt was hem zou opvolgen.

Niet ver uit de kust van het koninkrijk lag een mysterieus eiland. Niemand had het ooit betreden. De koning wist uit de verhalen van zijn vader en overgrootvader dat er menigmaal een poging was ondernomen om in contact te komen met de eilandbewoners, maar alle missies die men uitzond keerden onverrichterzake terug: door een plotseling opstekende orkaan, door verzengende rookwolken, door een plotse verandering in de golfstroom. Op wonderlijke wijze werden ze door natuurgeweld tegengehouden. Dit had ertoe geleid dat de meest vreemde verhalen over de onbenaderbare eilanders de ronde waren gaan doen. Meest gehoord was het verhaal dat op het eiland een zeer wijs en zeer ontwikkeld volk leefde dat jong van lichaam en geest scheen te blijven door de vruchten van een bijzondere appelboom. Volgens sommigen zou men door het eten van de appels van die boom zelfs levenslang zijn jeugd behouden.

Op zekere dag riep de koning zijn drie volwassen kinderen bijeen en sprak: “Lieve kinderen, ik ben oud en over een aantal jaren zal ik sterven. Eén van jullie zal de nieuwe vorst van dit land worden. Jullie zijn me alle drie even dierbaar en ieder van jullie is geschikt om mij op te volgen. Maar er kan er maar één mijn plaats innemen. Jullie kennen de verhalen over het wonderbaarlijke eiland die al generaties lang de ronde doen. Maar de laatste jaren hoor ik steeds vaker en van steeds meer kanten dat de mensen een appelboom willen met vruchten die hen levenslange jeugd beloven. Jullie weten hoe de mensen zijn: al zijn ze nog zo welvarend, het gras is elders altijd groener. Ik vraag jullie eropuit te trekken om uit te vinden of dat verhaal klopt en zo ja, ervoor te zorgen dat ook wij zo’n bijzondere appelboom krijgen. Degene die daarin slaagt zal de nieuwe vorst worden.”

De oudste prins, een uitstekend zeiler, voer uit met een ranke boot. Zodra hij het eiland naderde, stak er een woeste storm op en blies de prins terug naar het vaste land. De tweede prins leerde van de les van zijn broer en hij voer met zijn schip in een wijde boog om het eiland in de verwachting dat de storm hem dan naar het eiland zou blazen. Maar de wind verstomde volkomen en wekenlang dobberde hij op een spiegelglad wateroppervlak, zonder het eiland te naderen. Tenslotte moest hij door de vloot van de koning worden gered.

De jongste van de drie, prinses Mala, wachtte tot het winter werd en het water tussen de beide landen bevroren was, bond haar glij-ijzers onder en schaatste naar het eiland. Toen ze het bijna had bereikt, stak er een zware storm op waar ze met geen mogelijkheid tegenop kon tornen. De wind blies haar terug naar het vaderland. Maar niet alleen zij werd weggeblazen; een aantal verschrompelde appels rolden van het eiland over het ijs. De prinses raapte ze op en nam ze mee. Eenmaal thuisgekomen deed ze alsof ook haar onderneming mislukt was. Ze wist niet zeker of de appels die ze gevonden had wel van die ene, bijzondere boom waren. Maar heimelijk stopte ze de pitten van de verschrompelde appels in vruchtbare aarde en verzorgde ze met aandacht. Gespannen keek ze toe hoe de zaadjes ontkiemden, uitgroeiden tot jonge boompjes, voor het eerst in bloei kwamen en spoedig daarop vrucht gingen dragen. Maar toen kon ze er nog niet zeker van zijn dat haar missie geslaagd was.
Toen de appels rijp waren nam ze haar oude vader mee voor een wandeling naar de boomgaard van het paleis. Ze toonde hem het resultaat van haar missie, plukte een appel en bood die haar vader aan. “Kom,” zei ze gespannen, “neem een hap, zodat we te weten komen of het doodgewone appels zijn of dat ze ons een levenslange jeugd bieden.”
“Ik moet er niet aan denken,” zuchtte de oude koning, “levenslange jeugd, op mijn leeftijd nog?” Hij nam zijn wandelstok en begon aan de terugweg. “Maar levenslange jeugd of niet, het is duidelijk dat jouw missie in elk geval tot iets heeft geleid.”
Een paar maanden later deed de koning afstand van zijn troon en werd koningin Malus gekroond. De koningin heeft vele, vele jaren geregeerd. Het verhaal van de appelboom heeft ze nooit verteld.

De oorspronkelijke wilde appel, de Málus sylvèstris, komt van oorsprong uit Centraal-Azie. De appeltjes zijn zo groot als een kers en smaken erg zuur. Meer dan 4000 jaar geleden werden al appels gekweekt. De Grieken verbeterden de veredeling door het enten toe te voegen. Geschat wordt dat er vandaag de dag wel 7000 verschillende soorten appels zijn.
Appelbomen worden niet zo oud; hele oude bomen worden soms 100 jaar. Het hout van de boom is heel hard en wordt gebruikt voor fijne, sterke instrumenten, als pinnen en raderwerk van bijvoorbeeld molens.
Vaak wordt de appel gezien als symbool van eeuwige jeugd en gezondheid, maar ook van vruchtbaarheid. In een appel zitten veel antioxidanten die voor verjonging moeten zorgen, of beter gezegd, de veroudering tegengaan.
In de Griekse mythologie bewaakten zeven nimfen uit Hesperia de boom met de gouden appels. Wie zo’n gouden appel at zou onsterfelijk zijn. Eén van de twaalf onmogelijke opdrachten die Heracles moest uitvoeren was het stelen van een gouden appel.

 

© Els Baars, Natuurverhalen.nl

Post Author
Els Baars
Natuurverhalen