De scheve kop van de schol (041)

Onzichtbaar, maar volop aanwezig, zwemmen er tal van kleine scholletjes vlak voor de kust in het ondiepe water van de Noordzee. Dat zien we als tijdens een strandexcursie wordt gekord[1]. Het eerste verhaaltje over een waterbewoner op deze site, verhaalt over het ontstaan van de scheve kop van de schol. Lees hoe het is gekomen dat de kop van de schol scheef staat:

De landdieren hadden al hun koning en koningin: de leeuw en leeuwin. De vogels kozen vervolgens ook een koning. Op slinkse wijze had het winterkoninkje de vogelwedstrijd gewonnen en werd de omstreden koning der vogels (zie sprookje nr 2). De vissen wilden nu ook een koning.
Ze besloten een wedstrijd te organiseren. De snelste vis mocht zich koning der vissen noemen.
Op de warme zomerdag verzamelden alle vissen zich voor de grote wedstrijd. Alras haakten   de rog, het zeepaardje, de kabeljauw en zelfs de haai af .  Zoals verwacht snelden de snoek en de haring door het water, waarbij de snoek zich ten slotte gewonnen moest geven. Tot ieders verrassing golfde de schol razendsnel mee en passeerde de haring onderlangs. De haring, met zijn zijwaartse ogen, zag de schol niet onder zich langs gaan en zwom rustig het laatste stuk uit. De schol nam de koppositie over en verwachtte ieder moment door de snelle haring gepasseerd te worden. Toen dit niet gebeurde, keek de schol al zwemmend om en botste keihard tegen een steen en verdraaide zijn kop. De haring flitste triomfantelijk voorbij en werd de winnaar.

Met de schol is het nooit meer goed gekomen. Vanaf die dag zwemt ze rond met een scheve kop.

Op verschillende plaatsen komen versies met verhalen over de scheve kop van de schol voor. In een van de versies, geschreven door de gebroeders Grimm, is de schol jaloers op de winst van de ‘naakte haring’  en wordt gestraft met een scheve bek.

Over de schol: De gedaantewisseling van de schol vindt plaats in zijn jeugd: “De kleine larven zien er uit als gewone visjes, vergelijkbaar met jonge haringen. Maar na 1 of 2 maanden wanneer de beestjes 12 tot 14 mm groot zijn, gebeurt er iets vreemds. Hun linkeroog verhuist over de bovenzijde van de kop naar de andere zijde, de kop verdraait ten opzichte van het lichaam, de bek gaat scheef zitten en rug- en buikvinnen groeien door tot aan de kop. De jonge vissen zwemmen vanaf nu op hun linkerkant. De bovenkant van de schol, waar de ogen zitten, is dus eigenlijk hun rechterkant. Vanaf dit moment leven ze als bodemvissen.” Overgenomen van  http://home.hccnet.nl/pm.jansen/animals/schol.htm
Een schol kan wel 1 meter lang worden en 7 kilo wegen. Maar zo ver komt het bijna nooit door de overbevissing. Normaal zijn de vrouwtjes pas vruchtbaar in het 6e levensjaar, maar door het leegroven van de zeeën, komen onderzoekers steeds meer kleine scholletjes vol kuit tegen van 2-3 jaar oud in een uiterste poging de soort te laten overleven.
Een volwassen vrouwtje heeft ruim 50.000 eitjes, die als larven in de Waddenzee en de aangrenzende Noordzeekust opgroeien in ondiep water. Daar zijn ze vooral prooidieren. De overblijvers trekken na 3 jaar naar 10-15 meter diep water en leven op de bodem van de zee, waar ze dankzij hun bruine bovenkant met oranje stippen en witte onderkant een perfecte camouflage hebben.

 

[1] Korren is met een sleepnetje over de bodem van de zee slepen om zo waterdiertjes op te vissen.

Post Author
Els Baars
Natuurverhalen