De laatste woorden van een verliefde ridder, het Moeras-vergeet-me-nietje (083)

Als ik ’s zomers in de roeiboot zit, geniet ik van de bloeiende wilde planten aan de wallenkant. Vooral de helderblauwe, tere bloempjes van het moerasvergeet-mij-nietje ontroeren me dan omdat ze me doen denken aan het romantische maar tragische sprookje van een verliefde ridder:

In het jaar 1248 droomde een Engelse ridder, Myosótis genaamd, van de jonge jonkvrouw Palústris. Zij was de mooie dochter van zijn kasteelheer en de meest begeerde vrouw van het land. Myosótis was een intelligente ridder die zijn heer adviseerde in politieke vraagstukken. Hij was klein van stuk, had een rond gezicht en ontbeerde zowel brede schouders als een sterk lichaam. Hij had weliswaar een zacht karakter, maar dat was geen eigenschap die in zijn omgeving erg gewaardeerd werd. Hoe kon hij de aandacht trekken van de vrouw van zijn dromen, te midden van alle om haar hand dingende stoere ridders die hem tijdens toernooien versloegen?

Tijdens een van de eindeloze gelagen en beleefde conversaties in het kasteel, raapte hij alle moed bij elkaar en bedacht een plan om zijn liefde te veroveren.
Allereerst liet hij zich door een meestersmid een nieuw maliënkolder aanmeten. Daarmee zou hij indruk maken, hoopte hij. Vervolgens liet hij zijn page bij de jonkvrouw een uitnodiging bezorgen voor een wandeling door de tuin met geneeskrachtige kruiden. Tot zijn niet geringe verbazing aanvaardde ze zijn verzoek. Ze liet weten blij verrast te zijn door zijn uitnodiging; een wandeling door de tuin was een prettige afwisseling van al die uitjes naar toernooien en gevechten met stoere ridders.

En zo kwam de zomerse dag dat zijn schildknaap hem in zijn zware glimmende, ijzeren wapenrok hees en hij op zijn paard naar de jonkvrouw reed.
Met Palústris aan zijn zijde wandelde de ridder door de tuinen langs de rivier de Theems en praatte honderduit over de wonderlijke en helende eigenschappen van de planten langs de rivier. De knappe jonkvrouw raakte niet betoverd door het nieuwe maliënkolder, maar des te meer door de sympathieke ridder die zo heel anders was dan al die andere ridders die haar het hof probeerden te maken. Hij verbaasde haar met zijn grote kennis over de bloemen en planten, iets waar ze zeer in geïnteresseerd was.

Toen ze aan de waterkant kleine helderblauwe bloempjes met een geel hartje ontwaarde, riep ze verrukt uit: “Ridder Myosótis, zie die schattige blauwe bloempjes aan de waterkant. Wat zou ik het op prijs stellen van u een klein boeket blauwe liefjes te mogen ontvangen.”
De ridder voelde zich gevleid en vereerd en reikte ver om de bloempjes te plukken. En nog iets verder om de laatste bloemptjes te pakken. Te ver. Door zijn zware maliënkolder verloor hij zijn evenwicht en viel in het diepe water. Met een uiterste krachtsinspanning kwam hij nog één keer boven met een blauw boeketje in zijn handen, die hij uitstak naar zijn geliefde. Tot haar sprak hij zijn laatste woorden: “Vergeet mij niet!” en de arme ridder verdween in de diepte van de Theems.

Sindsdien noemde ze deze plantjes “vergeet-mij-nietjes”, als herinnering aan haar verliefde ridder die zo onfortuinlijk aan zijn einde kwam. Al snel werd deze bescheiden bloem gezien als teken van trouw en oneindige liefde.

Het Moerasvergeet-mij-nietje (Myosótis palústris) bloeit van mei tot in augustus hemels lichtblauw. Het groeit op vochtige, voedselrijke grond, het liefst langs de waterkant. Het kan vanaf de oever drijvende, bloeiende plakkaten vormen, die ook ’s winters groen blijven. Op het water blijven Moerasvergeet-mij-nietjes laag, zo’n 15 cm, tussen het riet worden ze hoger. Langs rivieren kunnen ze zelfs meer dan een meter hoog worden als gevolg van de wisselende waterstanden. De bloemen zijn klein, maar door de helderblauwe kleur vallen ze op. De plant groeit door via wortelstokken, maar zaait zich ook makkelijk uit.

Er zijn in ons land zeven verschillende soorten Vergeet-mij-nietjes: het Zompvergeet-mij-nietje, een zomerbloeier met bleekgroene tot iets gelige bloemblaadjes, dat ook van natte voeten houdt. De andere soorten hebben veel kleinere bloempjes: het Akkervergeet-mij-nietje, het Bosvergeet-mij-nietje, het laagblijvende Ruw vergeet-mij-nietje; het Gedrongen stijf vergeet-mij-nietje en het Veelkleurig vergeet-mij-nietje met bloemblaadjes die eerst geel zijn en dan, soms via een roze tussenstadium, lichtblauw worden.

 

Een ander verhaal over het Vergeet-me-nietje kan je vinden in mijn eerste boek, Natuurverhalen.

dit is een vrije bewerking van een verhaal dat een natuurgids mij vertelde

© Els Baars, Natuurverhalen.nl

Post Author
Els Baars
Natuurverhalen