Waarom de MOL regenwormen eet (060)

Mollen zien we zelden, maar de resultaten van hun ijverige graafwerkzaamheden des te vaker. Deze onderaardse zoogdieren zijn snelle gravers, ze kunnen tot wel 15 meter gang per uur graven. Zo af en toe steken ze hun neus boven de grond, tot wanhoop van menig tuinbezitter.  Ze eten vooral ongewervelde dieren, zoals regenwormen en insectenlarven. Waarom ze leven van dieren zonder skelet verhaalt deze vrije bewerking van het volgende Duitse sprookje:

In de vroege middeleeuwen leefde graaf Van Mollen tot Diepen. De kleine dikke man was een bijzondere verschijning met zijn bleke gezicht en lange roze neus boven zijn zwarte pelsmantel. De graaf was zo gierig dat hij zelfs in de winter zijn kasteel niet verwarmde. Hij was berucht omdat hij altijd probeerde zo min mogelijk voor diensten en goederen te betalen, terwijl hij meer belastingen inde dan hij afdroeg aan zijn koning.

Een jaar lang liet hij een slager vlees bezorgen zonder hem te betalen. Tenslotte dreigde de arme slager:“Ik breng geen vlees meer, als ik nu mijn geld niet krijg!” toen hij voor de zoveelste keer met zijn rekening op de stoep van het kasteel stond. De gierige graaf beval hem te wachten en liep naar binnen. Na een poosje kwam hij terug met een kruiwagen vol benige resten van koteletten, karbonades en kippenbouten. “Je zegt dat je zoveel kilo vlees aan me hebt geleverd,” sneerde de gierigaard, “maar dat klopt niet. Je hebt me afgezet, botten zijn geen vlees. Trek het gewicht van deze kluiven af, want ik betaal je alleen voor het vlees dat ik heb gegeten.”

Het jaar daarna liet de ridder een andere slager zijn vlees bezorgen en ook hem weigerde hij de botten van de kippen en de varkens te betalen. Zo lukte het de vrek om vijf jaren achtereen verschillende slagers uit de omliggende dorpen te bedriegen. Toen de slagers ontdekten dat hij ieder jaar een ander slachtoffer vond, staken ze de koppen bij elkaar. “Het is een schande dat hij ons afzet, dat gaan we hem betaald zetten!” besloten ze eendrachtig. Zij waren zo boos over de krenterigheid van graaf van Mollen tot Diepen, dat zij de wens uitspraken de edelman te schande te zetten. Een van hen riep smalend: “Ik wil hem veranderen in een dier dat alleen kan leven van smakeloze regenwormen en maden, dieren zonder botten.” En zie daar, de wens werd ter stond vervuld. De gierige graaf veranderde in een  zwart pelsdiertje. Hij kon alleen nog maar dieren eten zonder skelet. De betoverde vond zijn gedaanteverandering zo smadelijk dat hij wel door de grond wilde zakken van schaamte. En ook die wens werd vervuld. Sindsdien leeft hij onder de grond. Af en toe heeft hij heimwee naar zijn vorige leven als mens en dan graaft hij zich naar boven en kijkt even naar de lucht en de velden. Helaas is dit voor hem van slechts korte duur, want er ligt altijd wel een  hermelijn of een roofvogel op de loer die dol is op een molletje. Daarom zien we zelden zijn lange roze neus boven de grond uitsteken.

 

Mollen zijn kleine zoogdieren van nog geen 20 cm, die 3 tot 7 jaar oud worden. Ze hebben een zwarte bontjas, een lange roze snuit en sterke roze graafpoten. Ondergronds leven ze solitair binnen hun territorium in gangen die wel 60 meter lang kunnen zijn. Mollen zijn heel nuttig, ze eten niet alleen veel larven, ook  verbeteren ze de bodemkwaliteit door de aarde om te woelen. Ze lopen steeds door hun gang en verorberen regenwormen, kevers en larven die in hun gang vallen. Onder de grond worden ze alleen bedreigd door droogte en overstromingen. Bovengronds zijn er tal van kleine roofdieren en roofvogels die op hen jagen. Jonge mollen moeten een eigen territorium zoeken zodra ze hun nest verlaten. Dat doen ze bovengronds en dan zijn ze kwetsbaar voor rovers.

 

© Els Baars, Natuurverhalen.nl

 

 

Post Author
Els Baars
Natuurverhalen